Benito Santos Albariño EO the ocean collection 2020

Benito Santos was een man met een droom… terwijl hij werkte in de Albariño wijngaarden van zijn grootouders, stelde hij zich op een dag voor hoe de wereld deze nobele druif zou kennen en waarderen. Na jaren van toewijding richtte hij in 1979 zijn eigen wijnmakerij op. Gelegen in het charmante dorpje Vilanova de Arousa, aan de Atlantische noordwestkust van Spanje, produceerde hij wijnen van grote kwaliteit. In deze periode werd hij een van de eerste grote pleitbezorgers van de Albariño druif. Benito Santos was de eerste die werd uitgenodigd om deel te nemen aan het Albariño Wijn Festival van Cambados en hij werd meerdere malen bekroond. In 1981 werd hij benoemd tot lid van de Specifieke Regelgevende Raad van Rias Baixas, hij speelde een instrumentele rol in de creatie van de Rias Baixas Oorsprongsbenaming in 1988. Tientallen jaren later gaf Benito Santos het stokje door aan zijn opvolgers. In 2002 werd de wijnmakerij uitgebreid en vernieuwd. Deze fase wordt gekenmerkt door de sprong naar de internationale markt en de toevoeging van Benito Santos Mencia en Benito Santos Godello uit Monterrei D.O. aan onze portfolio. Vandaag de dag blijven de opvolgers van Benito Santos met dezelfde passie en enthousiasme uit het verleden werken aan het aanbieden van een eerlijke wijn, getrouwe afspiegeling van een uniek terroir.

1.- “Na meer dan vijfenveertig jaar Galicische wijnen en toen ik nog heel jong was, had ik geen andere keus dan te werken op het land van mijn grootvader en leermeester als gevolg van de Spaanse Burgeroorlog-“. (Dagboek van Benito Santos)

2.- “Anekdote. Als mijn geheugen mij niet in de steek laat, vroeg mijn vriend en burgemeester van Cambados, J. Tote, mij in 1965 om een kraam op te zetten op het plaatselijke festival, waar hij albariño wijn verkocht. Het was de eerste wijn die op het festival werd verkocht en een heel goed idee, maar mijn vriend, de burgemeester, moest mij overtuigen. De wijn die ik meenam, zo’n 500 bottels, ging ongeveer vier uur mee.” (Dagboek van Benito Santos)